John van Tamelen achtergrondverhaal Straatadvocaat Leeuwarden Nederland Stanley ter Haar Desiree van Deurse

John van Tamelen achtergrondverhaal

Last Updated: januari 23, 2024By Views: 320

John van Tamelen achtergrondverhaal
Stanley ter Haar/ Desiree van Deurse
Straatadvocaat Nederland

De tbs-paradox
Door: Tatiana Scheltema

 

John van Tamelen (42) komt uit een zwaar gereformeerd gezin waarvan de drankverslaafde vader de
toorn Gods nogal eens zelf ten uitvoer bracht. Moeder en kinderen verbleven regelmatig in Blijf-vanmijn-Lijfhuizen. Op zijn zevende stuurde zijn vader John uit stelen, op zijn negende plaatste de
kinderrechter hem uit huis. Toen hij elf was, werd zijn vader tot anderhalf jaar cel veroordeeld wegens
seksueel misbruik van zijn zusje. Op zijn twaalfde rookte John zijn eerste joint. Op zijn negentiende
blowde hij zich suf, aangevuld met een grammetje of vijf, zes cocaïne per dag. Hij sloeg zijn eerste
vriendin, en de tweede ook.

Waarom ? De reden

Van Tamelen pleegde zijn moord uit liefde voor dieren. Hij draaide door toen een puppy uit een nest
Canadese herders van eigen fok werd mishandeld door de dealer aan wie hij het beest had verkocht.
Die zou de pup hebben geslagen, bewerkt met een mes en een brandende sigaret op zijn neus
hebben uitgedrukt. Zwaar onder de coke zocht hij de man op en vermoordde hem met tweeënzeventig
messteken.

Van Tamelen was negentien toen hij tot zes jaar gevangenisstraf en tbs werd veroordeeld. Dat was in
1990. Eind juni 2010 behandelt de penitentiaire kamer van het Gerechtshof in Arnhem het hoger
beroep tegen opnieuw een verlenging van de tbs. Van Tamelen staat te boek als ‘extreem
vluchtgevaarlijk’. Hij bracht in 1997 de positie van minister Sorgdrager van Justitie aan het wankelen
door zijn vlucht door de airconditioning- buizen van de Van Mesdagkliniek in Groningen. Ook uit de
klinieken waar hij nadien verbleef, ontsnapte hij een paar keer.

Behandelaar

Zijn behandelaar Pia Kristensen uit de Oostvaarderskliniek (Almere) is onaangekondigd op de zitting
verschenen. Ze acht het risico op recidive inmiddels miniem. ‘John heeft de laatste jaren enorme
vooruitgang geboekt. Hij werkt goed samen, eigenlijk sínds hij verlof heeft. Zijn agressie heeft hij
onder controle, dat hebben we herhaaldelijk en in verschillende situaties gezien.’ Daarom adviseert ze
onvoorwaardelijk ontslag.

De rechter: ‘We zijn een beetje overvallen door uw komst. Maar begrijp ik goed dat u dit hier van uw
directeur wel mag zeggen, maar dat u het niet mag opschrijven?

‘Ja,’ zegt de behandelaar, de rechter heeft het goed begrepen. Een dergelijk advies zou de directeur in
aanvaring kunnen brengen met de minister. ‘Maar ik zie geen objectieve criteria om hem nog langer
binnen te houden.’

In maart verscheen er een artikel over Van Tamelen in De Telegraaf. ‘Vrijaf voor gevreesde tbsgangster’, kopte de krant. De PVV stelde Kamervragen: ‘Hoe beoordeelt u de risico’s van een
onbegeleid verlof voor deze als “zeer berucht en gewelddadig” bekend staande crimineel?’ Vlak erna
werd de verlofmachtiging van Van Tamelen ingetrokken. ‘Een politieke beslissing,’ zegt Kristensen
tegen de rechters. ‘Er is mij doorgegeven dat ze bij het ministerie extra voorzichtig zijn omdat hij “weer
wordt genoemd”.’

Dat Kristensen voor de rechter wél, maar op papier voor de minister geen onvoorwaardelijk ontslag
voor Van Tamelen mag vragen, bezorgt advocaat Job Knoester ‘een spring-uit-mijn-vel-momentje’,
zegt hij tegen de rechters. ‘Als je de kans hebt, als het verantwoord is, moet je perspectief bieden.
Anders breek je dingen af.’ De advocaat-generaal vraagt het Hof de zaak aan te houden. Hij wil niet
‘meegaan in de angst’, maar hij wil Van Tamelen ook niet zomaar op straat zetten. Hij vraagt een
onderzoek van de reclassering naar de mogelijkheden om Van Tamelen, eenmaal buiten, te
begeleiden.

Ethische dilemma’s

‘Vroeger,’ zegt John van Tamelen, ‘waren de behandelaren veel meer betrokken. Nu zijn de teams
veel kleiner. Ze werken steeds minder met ons, ze zitten vooral achter de computer.’ Behandelaren
zijn meer dan de helft van hun tijd bezig met rapporteren, met formats invullen. ‘Een verlofaanvraag is
nu vijfentwintig pagina’s. Tien jaar geleden was dat anderhalf. Er mag best weer eens iets tussenin,’
zegt psycholoog Jacqueline Hochstenbach. Ze werkte als hoofd behandeling in de Van Mesdagkliniek
en de Oostvaarderskliniek, en als Hoofd Individuele TBS-zaken (ITZ) op het ministerie van Justitie. Na
bijna acht jaar in de tbs houdt ze het voor gezien. Ze wil wel eens minder dan tachtig uur in de week
werken en ze stuitte steeds vaker op ethische dilemma’s. Sinds het parlementaire onderzoek van de
commissie-Visser zijn de incidenten drastisch afgenomen. Maar het aantal onbegeleide verloven
daalde, vergeleken met de periode voor Visser, óók met zeventig procent. ‘Het is goed dat er beter
wordt gewogen, er zijn veel minder incidenten,’ zegt Hochstenbach. ‘Maar de andere kant is dat je
mensen binnenhoudt die best al naar buiten hadden gekund. Ik kwam met mijn eigen integriteit in de
knoei.’

‘Het duurt inderdaad soms jaren voordat iemand op verlof kan,’ zegt tbs-advocaat Willem Anker.
‘Daarvóór heeft iemand vaak al jaren op behandeling moeten wachten. Als ik een cliënt bezoek, vraag
ik: schiet het al op? Maar er blijken vaak ellenlange wachtlijsten te

‘Ik heb cliënten die van tien verschillende behandelaren tien verschillende diagnoses hebben
gekregen,’ zegt ook Job Knoester. ‘Als de behandelaar tussentijds vertrekt, begint de volgende vaak
weer van voren af aan. Je bent zo een paar jaar verder.’

Eva de medewerkster.

Eva’ is een medewerkster bij een instelling die anoniem wil blijven – waar ze werkt, of wat ze precies
doet mag niet bekend worden. Ze snapt de angst van het publiek voor tbs’ers. ‘Als je iets leest op
papier denk je: gatver, wat een beest. Dan is hij alleen maar de moordenaar of de verkrachter. Maar
als je dagelijks met iemand werkt, zie je veel meer. Iemand is niet alleen datgene waarvoor hij
veroordeeld is. Patiënten zijn vaak op een heel vervelende manier het leven binnengewandeld, met
een enorme achterstand begonnen. Dan denk ik: wat zou ik doen als ik zo was opgevoed?’ Door de
druk van buitenaf heerst binnen de klinieken een angstcultuur, zegt ze: ‘Er is een Big Brother is
watching you-gevoel. Alles moet van hogerhand – uiteindelijk het ministerie – worden verantwoord en
afgedekt. Het geeft mensen het gevoel dat ze niet gewaardeerd worden in hun werk. Als jij als
therapeut een ander idee hebt dan de kliniek over welke behandeling iemand moet krijgen, kun je dat
niet zomaar zeggen, ook al vind je dat de patiënt dat best mag weten. Want als er geen
overeenstemming is, kan het gebeuren dat de advocaat van de patiënt daar misbruik van maakt en
dat de rechter zegt: er is onduidelijkheid, dus we gaan tegen het advies van de kliniek in maar
stopzetten.’

angstcultuur

Het gebrek aan professionele autonomie en de angstcultuur maakt dat goede medewerkers er de brui
aan geven, zegt oud-Pompebestuurder Jos Poelmann. Hij stapte vorig jaar, mede naar aanleiding van
de in zijn ogen overmatige bemoeienis met zijn beleid, zelf op. ‘Ik sprak laatst een toegewijde
psychiater in de Pompekliniek die het beu is om als een soort politie-agent te moeten fungeren, te
moeten zeggen en vinden wat Justitie zegt en vindt, zich eindeloos moet verantwoorden om de
ambtenaren in staat te stellen zich in te dekken voor de kritiek van de Tweede Kamer en de
maatschappij. De goede psychiaters en psychotherapeuten houden het voor gezien en zo wordt het
systeem van binnen uitgehold.’

Messteken

John van Tamelen zit nu ruim tweeëntwintig jaar vast. Ter vergelijking: Volkert van der G. kreeg voor
de moord op Pim Fortuyn achttien jaar, zonder tbs. Als Volkert over vier jaar vrijkomt, heeft hij twaalf
jaar gezeten. Maurice van L. durfde zijn vrienden niet te vertellen dat hij hun vakantiegeld had vergokt
en schoot één van hen dood: veertien jaar cel. Brabander Fred K. bracht in 2005 op een hondenweitje
een allochtone jongen met 44 messteken om, nadat die had gezegd: ‘Sodemieter op met je honden’
en ‘Ik maak je dood’. De rechtbank zag verzachtende omstandigheden: negen jaar. Volgende
Kerstmis zit K. weer thuis.
Al deze mannen werden door gedragsdeskundigen onderzocht. Ze hebben respectievelijk een
obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis, een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en
narcistische trekken, en een ‘kortsluitingsreactie als gevolg van een posttraumatische stressstoornis in
remissie’. Maar géén tbs.

John van Tamelen achtergrondverhaal
Niemand brand zijn handen.

Aan John van Tamelen durft niemand zich nog te branden. In alle klinieken waar hij kwam is hij blijven
blowen, én ontsnappen. Instellingen schoven hem als een hete aardappel door. ‘Dus jij bent bang dat
ik morgen bij jou op de stoep sta?’ vraagt John van Tamelen aan de telefoon. Ik ben bij zijn vrouw
thuis geweest, ik heb zijn zevenjarige dochter haar lievelingssprookje voorgelezen. Op haar kamer
hangt een houten lamp die John in de kliniek voor haar heeft gemaakt. Moeilijke vraag. Haar vader is
geen gemakkelijke man. Stronteigenwijs – eigenzinnig, noemt hij het zelf. Hij is gediagnosticeerd als
ernstig psychopaat. Maar in twintig jaar tbs heeft hij nooit meer geweld gebruikt, of harddrugs
genomen. Hij heeft een vak geleerd – vrijwel in zijn eentje runt hij de keuken van de kliniek. En hij heeft
geleerd ‘om zijn knopen te tellen’, zegt hij zelf.

Tijdens de vervolgzitting drie maanden later bij het Gerechtshof in Arnhem houdt
reclasseringsambtenaar Taimor Amiri de boot af. ‘Hij komt in een kwetsbare wijk te wonen. Wij
hebben de deskundigheid niet in huis om hem te begeleiden.’

Kunt u die niet inhuren, vraagt de rechter.
‘Nee,’ zegt de ambtenaar, ‘ik kijk naar het totale profiel.’

Vrijheid oefenen

Dat het draagvlak voor tbs binnen de strafrechtketen sterk is verminderd, erkent Goof van Gemert,
directeur Forensische Zorg van het ministerie van Justitie, zonder meer. Maar een discussie over
veiligheid aan de ene kant, en behandeling aan de andere, speelt volgens hem niet. ‘De weigering van
verdachten om mee te werken is zorgelijk. We laten nu onderzoeken hoe dat komt. Maar de veiligheid
is absoluut toegenomen.’ Van problemen als gevolg van een hoog personeelsverloop wil hij niets
weten. ‘Die zijn er niet in de tbs,’ zegt hij. ‘Althans, niet meer dan in de rest van de geestelijke
gezondheidszorg.’ Wat wel speelt, zegt hij, is dat het aantal klinieken de afgelopen vijf jaar sterk is
uitgebreid, van vijftienhonderd naar ruim tweeduizend plaatsen. ‘Dan kan het lastig zijn om genoeg
ervaren personeel te krijgen, of een goeie match.’ De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt), de
toezichthouder op alle detentiecentra in Nederland, luidt wel al jaren de noodklok. ‘Wij constateren een
groot verloop onder behandelaars,’ zegt hoofdinspecteur Wouter Meurs van de ISt. ‘We signaleren het
omdat het consequenties heeft voor de behandeling, en omdat het in sommige klinieken erg lang
duurt voordat de behandeling begint. Dat werkt rechtsongelijkheid in de hand. Met klachten over het
uitblijven van de behandeling kun je nergens naartoe. Door het voorzichtige verlofbeleid vindt de
rechter soms dat de tbs te lang duurt, en besluit tot voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. In
die gevallen is er geen voorafgaand verlof geweest om vrijheid te “oefenen”. Je stuurt mensen
onvoorbereid de maatschappij in en zo vergroot je per saldo juist de onveiligheid.’

John van Tamelen achtergrondverhaal
Het best bewaarde geheim

Het is het best bewaarde geheim van de tbs: dat het in de meeste gevallen goed gaat.
Van de exgedetineerden die geen tbs-behandeling hebben gehad, gaat zeventig tot tachtig procent opnieuw in
de fout. Het recidivecijfer onder ex-tbs’ers is 17,5 procent binnen twee jaar. Maar verdachten van
misdrijven proberen op advies van hun advocaat steeds vaker tbs te ontlopen door niet mee te werken
aan het gedragskundig onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Liever zitten ze een veel langere
gevangenisstraf uit. Dat is begrijpelijk, want de tbs-maatregel lijkt steeds meer op een verlenging van
de detentie voor onbepaalde tijd. Het probleem zit in de uitvoering, zeggen advocaten. En met hen
zeggen rechters dat steeds vaker óók. Het aantal tbs-opleggingen is de afgelopen twee jaar bijna
gehalveerd, van 180 in 2007 naar 107 in 2009, en niet omdat rechters geen tbs kúnnen opleggen – dat
kan ook zonder een rapportage van het Pieter Baan Centrum – maar omdat ook rechters kritiek
hebben op het systeem.

De discussie over tbs speelt al decennia en is in al die jaren dezelfde gebleven: hoe zorg je dat je de
samenleving beschermt tegen gevaarlijk gestoorde criminelen, en dat je ze tegelijkertijd zodanig
behandelt dat de kans op herhaling zo klein mogelijk is? Het debat wordt nu vooral gevoed door angst
en woede. ‘De tolerantie voor dit soort patiënten is nihil. Er wordt hijgerig, hyperig gereageerd op elk
incident. Je moet nu als minister van goeden huize komen en een rechte rug hebben om het systeem
te verdedigen tegen de publieke opinie. Als je soms de reacties leest op internet – daar lusten de
honden geen brood van,’ zegt directeur Sanne Verwaaijen van tbs-kliniek de Rooyse Wissel, tevens
voorzitter van het landelijk beraad van behandeldirecteuren binnen de tbs-sector, het Landelijk Beraad
Hoogst Inhoudelijk Verantwoordelijken (LBHIV).

Van dader naar slachtoffer

‘De aandacht verschoof de laatste jaren van dader naar slachtoffer,’ zegt Verwaijen. ‘Dat is goed. Er
is jarenlang te weinig naar de slachtoffers omgekeken. Maar het slaat om, men zegt nu: verlos ons
van de gevaarlijke medemens. Straf hem, hou hem binnen, en zolang er geen incidenten zijn, doe je
je werk goed. Maar daar is dit systeem niet voor bedoeld.’
De balans is doorgeslagen naar beveiliging van de samenleving, ten koste van de behandeling,
zeggen rechters, advocaten, en directeuren van tbs-klinieken. Dat is terug te voeren op de
maatregelen die op last van toenmalig minister Donner van Justitie na het parlementaire onderzoek
van de commissie-Visser in 2006 werden genomen. Visser lichtte het tbs-stelsel door na een reeks
incidenten met tbs’ers op verlof die gruwelijk in de fout gingen. Conclusie: de klinieken hadden gefaald
bij het inschatten van het recidivegevaar voorafgaand aan het verlof.

Er werden extra hekken en alarminstallaties gebouwd. Dat hielp: in de afgelopen vijf jaar ontsnapten
slechts drie tbs’ers. Daarnaast werd de verlofprocedure hermetisch dichtgetimmerd. De
aanvraagprocedure voor verlof, die begint op het moment dat de kliniek vindt dat een patiënt onder
bewaking naar buiten kan, kan twee jaar in beslag nemen. En uiteindelijk beslist de minister. ‘Daar
deed Donner iets doms,’ zegt raadsheer Yvo van Kuijck. Hij is voorzitter van de penitentiaire kamer in
Arnhem, waar alle hoger beroepzaken over verlenging van tbs worden behandeld. Hij zegt: ‘Nu de
minister zelf verantwoordelijk is, kan hij niet zeggen: we hebben het uitbesteed aan een deskundige
instantie, en als die een fout maakt, moeten we dáár evalueren. Nu ligt hij politiek zelf direct onder
vuur als het tijdens het verlof misgaat.’

 

Alle rechten voorbehouden
© 2023 Tatiana Scheltema  Stanley ter Haar Desiree van deurse 

3 Comments

  1. Sanne januari 23, 2024 at 4:31 pm - Reply

    Ongelooflijk dat dit zo kan. Nazorg is zo belangrijk.

  2. Arnoud Michel Kaptijn januari 31, 2024 at 10:11 am - Reply

    Als een angst cultuur gaat overheersen, gaat het Systeemprotocol geheel falen. Jeugdzorg met het Meisje van Nulde. En kijk eens hoe geweldig slecht jeugdzorg functioneert!!!
    Tbs het is maar een minderheid dus wint het Systeemprotocol!!! Eng onmenselijk en gewoon afschuwelijk bij de beesten af!!!

  3. John Van Tamelen februari 21, 2024 at 11:10 am - Reply

    thanks stanley
    het wordt idd tijd dat we eens kritisch gaan kijken naar het instituut TBS en daar ook daadwerkelijk iets fundamenteels in gaan veranderen.
    dat is veiliger voor de maatschappij en voor de patiënten. ik hoop dat het verhaal over mij in ieder geval de blik naar mensen zoals ik in een ander perspectief plaatst

Leave A Comment